Trots : een basisingrediënt voor groei
“Kan je een voorbeeld geven van iets in je werk waar je trots op bent ?” Het is een klassieke vraag tijdens een sollicitatiegesprek en volgens rekruteerders bereid je je daar best op voor. Je wil immers niet arrogant overkomen en je wil ook niet té bescheiden zijn. Wie het antwoord ter plekke moet verzinnen komt zelden met een goed onderbouwd verhaal.
Soms lijkt het alsof wij het, zeker in België, moeilijk hebben om ergens écht trots op te zijn. Als buitenlanders beweren dat “Belgium a failed state is”, dan zullen wij hen niet tegenspreken, wij doen er dan zelf nog een schep bovenop. Geeft iemand ons positieve feedback dan halen we onze schouders op of wimpelen het af met zinnetjes als “Zo bijzonder is dat nu ook weer niet” of “Iedereen zou net hetzelfde hebben gedaan.”
Toch doet het deugd als je je ergens trots op kan voelen. Je kan trots zijn op je eigen prestaties maar net zo goed op die van een ander. Ouders kunnen ongelooflijk trots zijn op hun kinderen. Als de Rode Duivels straks Europees kampioen worden, zijn wij daar met zijn allen trots op, ook al hebben wij strikt genomen geen enkele verdienste aan hun succes.
Wat deze drie voorbeelden met elkaar delen is “verbondenheid”. We voelen ons verbonden met een winnend voetbalteam, met familieleden en met wat we zelf hebben gerealiseerd.
Op het werk is dat net hetzelfde. Medewerkers kunnen trots zijn op het bedrijf waarvoor ze werken, op het team waar ze deel van uitmaken of op de resultaten die zij zelf hebben behaald.
Als Indra Partners hebben wij projecten begeleid met onderzoekers, met administratieve bedienden, met kaderleden en met spoorwegarbeiders en wat telkens terug kwam is “beroepsfierheid”. Mensen willen fier kunnen zijn op het werk dat zij doen. Als je op zoek gaat naar een job vind je het belangrijk dat jij in goede omstandigheden kan werken, met het juiste materiaal en met voldoende tijd om de dingen goed te doen.
Weten wat je persoonlijk bijdraagt aan het succes van een organisatie, deel uitmaken van een team dat gaat voor optimale kwaliteit, positieve feedback krijgen van je manager, overtuigd zijn van het maatschappelijk nut van je organisatie, zijn allemaal elementen die iemand trots maken.
Trots kan je niet zijn als je eenzaam in een donker hoekje blijft werken. Trots is een gevoel dat je wil delen. Je wil je successen kunnen vieren. Als je je verhaal bij anderen kwijt kan en daar positieve reacties op krijgt zal je zelfvertrouwen toenemen en zal je met nog meer plezier nieuwe uitdagingen aangaan.
Trotse medewerkers zijn geëngageerd. Zij presteren beter. Omdat ze graag vertellen over het plezier en de voldoening die ze halen uit hun werk zijn het meteen ook de beste ambassadeurs voor je organisatie.
Je hebt er dus alle belang bij dat wie voor jou werkt zich trots voelt. Dat is een opdracht voor elk niveau van de organisatie : het top management, de directe leidinggevende en de collega’s. Toen president Kennedy de Nasa bezocht en aan een dame van de schoonmaakploeg vroeg : “Wat doet u mevrouw ?” antwoordde zij : “Ik help u om een man op de maan te zetten”. En daar was zij terecht trots op.
Wordt het daarom niet hoog tijd om onze vooroordelen tegenover ‘trots ‘ te laten varen ?
Geef een reactie