Post-corona : kunnen we behouden wat we in deze crisis hebben verworven ?

De dagelijkse redding van de wereldis de Nederlandse titel van een mooie Noorse roman, geschreven door Erik Fosnes Hansen. In het Noors heet die “Beretninger om beskyttelse” wat je iets letterlijker kan vertalen alsKleine verhalen over bescherming”.

De roman heeft er verder niets mee te maken maar dat is dus wel waarmee we sinds half maart hebben meegeleefd : verhalen over de dagelijkse inzet van mensen om ons te beschermen tegen de gevolgen van een pandemie. Voor hen zijn wij elke avond op ons balkon gaan staan om te applaudisseren, potten en pannen tegen elkaar te slaan of, net naast de toon, “bella ciao” mee te zingen. De “helden van de zorg” hebben daar, nuchter beschouwd, weinig aan maar het was een mooi gebaar van solidariteit en het creëerde een gevoel van samenhorigheid.

Stilaan mogen we onze lockdown verlaten en keren we terug naar een min of meer normale manier van doen.  Potten en pannen verdwijnen in de kast, “bella ciao” laten we enkel in Italië uit de luidsprekers schallen - als we daar tenminste nog naartoe mogen - en op ons balkon komen we uitsluitend om de plantjes water te geven.

Toch zou het jammer zijn als door de vanzelfsprekende opluchting dat alles weer gewoon aan het worden is ook een paar door corona verworven kinderen met het badwater worden weggegooid. In dit artikeltje noem ik er 4 :

    • oprechte interese in de andere
    • geduld voor imperfectie
    • tijd voor reflectie
    • leven naast het werk

    Oprechte interesse in de andere

    Weken lang zitten we allemaal in hetzelfde schuitje en dat schept een haast vanzelfsprekende band. Als je iemand tegenkomt vraag je niet alleen, vanop een veilige afstand, “hoe is het ?” maar wil je oprecht weten hoe die de lockdown doorkomt. Wat hij of zij je ook vertelt, je kan je er waarschijnlijk iets bij voorstellen. We luisteren met meer aandacht en geven elkaar meer ruimte om onze zorgen en onzekerheden te delen.

    We werken meer van thuis uit en dus delen we bij video calls stukjes van onze privacy. Een boekenrek op de achtergrond, een raar beeldje dat we ooit op vakantie kochten, een kat die door het beeld slentert, dat wekt nieuwsgierigheid en door daarover te praten versterken we het persoonlijk contact.

    Het is simpel : we zien mekaar meer buiten de kantooromgeving dan voorheen, en dat wekt andere interesses op. En dankzij corona hebben we er een gemeenschappelijk gespreksonderwerp bij en hoeft niet elk gesprek uitsluitend over het werk te gaan.

    Geduld voor imperfectie

    We leren aan een razend tempo werken met digitale tools en skypen, whatsappen en zoomen als nooit tevoren. Toch loopt het regelmatig mis. Het beeld valt weg of de klank of beide. Het internet kan niet volgen. Een tekst op het scherm is onleesbaar. In het midden van een ernstige discussie komt jouw partner uit de douche, net nog zichtbaar voor je collega’s. Een online overleg met je manager wordt onderbroken omdat zijn kinderen het op een huilen zetten. Dat digitaal geknoei laat mooi zien hoe het er in de echte wereld aan toe gaat.

    We weten en kunnen veel en toch gaan we nog altijd struikelend door het leven. Dat is niet erg. Het wonderlijke aan mensen die proberen samen te werken is niet dat er zoveel fout gaat maar dat er ondanks alles nog zoveel goed loopt.

    Corona heeft er voor gezorgd dat we meer begrip kunnen tonen voor de fouten van anderen. We zijn zelf ook niet perfect. En het is voor iedereen moeilijk, zelfs voor die vervelende klier van een collega die alles beter denkt te weten.

    Tijd voor reflectie

    Hoe zouden we ons best organiseren ?

    Voor teams die gewoon waren om samen op kantoor te zitten werd dat een prangende vraag. Want in plaats van in één ruimte zaten ze nu in verspreide slagorde te werken. Er moesten nieuwe afspraken worden gemaakt.

    Hoe gaan we communiceren ? Wat is de beste manier om informatie te delen ? Wanneer moet je bereikbaar zijn ? Houden we nog wekelijkse team meetings ? 

    Je kan pas een goed antwoord op deze vragen geven als je weet waarom je een team bent. Wat is jullie bestaansreden ? Kan de organisatie ook verder zonder jullie ?

    Niet alleen het team moest zich vragen stellen, de medewerkers werden ook met zichzelf geconfronteerd. Wat kan en wil ik nog bijdragen ? Wat vind ik zelf belangrijk ? Waar haal ik voldoening uit ? Wat betekent ‘werk’ voor mij ?

    Het zijn vragen die je regelmatig aan je zelf en aan je team zou moeten stellen. Maar meestal jakkeren we voort, opgejaagd door de dagelijkse operationele bekommernissen. De enige vraag die dan overschiet is : “hoe pakken we dat aan ?”. Terwijl de belangrijkste vraag blijft liggen : “Weten wij nog altijd waarom we bezig zijn zoals we bezig zijn?”

    Leven naast het werk

    Heel veel mensen zijn noodgedwongen een tijd lang werkloos geweest. Sommigen zijn het nog altijd.

    De opgelegde inactiviteit had één voordeel : je had weer tijd op overschot. Die kon je besteden aan je gezin, uit onderzoek blijkt dat we in de lockdown periode minder ruzie maken met onze partner en meer met onze kinderen), je kon eindelijk eens een boek lezen of een cake bakken, je ontdekte de aangename plekjes in je onmiddellijke omgeving en je haalde je fiets van stal.

    Dat willen we na corona graag blijven doen. Aan goede voornemens is er alvast geen gebrek. Volgens datzelfde onderzoek willen we ons leven beteren, zowel op het vlak van stress en ontspanning als op het vlak van sport en beweging. Bijna de helft van alle ondervraagden gaf aan dat zij, als dit allemaal achter de rug is, minder zouden stresseren over banale dingen en meer tijd zouden steken in wat echt belangrijk is. 

    Meer dan goede voornemens ?

    We moeten er niet flauw over doen, na corona wacht ons niet automatisch een betere wereld. De ongelijkheid zal niet vanzelf verdwijnen en zelfs wat ik hierboven schrijf geldt niet voor iedereen. Wie niet kan telewerken of met de wagen naar het werk kan rijden, wie opgehokt zat in een appartement zonder terras zal weinig vreugde halen uit corona en dreigt ook daarna als eerste in de kou te zullen staan.

    Als we een andere en betere wereld willen zullen we die zelf moeten bouwen. Meer tijd voor wat echt telt, meer ruimte voor kritische reflectie, meer geduld en meer interesse in de andere zullen daarvoor niet volstaan. Maar het is zeker geen slechte basis om vanuit te vertrekken !

    Reacties

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.